18420 |
pofmouw |
pofmouw:
poefmoew (Q197p Noorbeek),
pufmuw (Q197p Noorbeek)
|
Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)]
II-7, III-1-3
|
18052 |
pokdalig |
verschandeleerd:
versjandeleerd (Q197p Noorbeek)
|
pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19418 |
poken |
ragelen:
rochelen (Q197p Noorbeek),
rèùchele (Q197p Noorbeek)
|
Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21437 |
politieagent |
blauwe, een ~:
blauwe (Q197p Noorbeek),
diender:
deender (Q197p Noorbeek),
govie?:
goovie (Q197p Noorbeek)
|
een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17657 |
pols |
pols:
pöls (Q197p Noorbeek)
|
pols [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33042 |
polsband |
lus:
lus (Q197p Noorbeek)
|
Stoffen lus, die bij het werk om de pols wordt gedaan. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5.
I-4
|
29093 |
pompen, vermaken |
hermaken:
hɛrmākǝ (Q197p Noorbeek),
veranderen:
vǝrāndǝrǝ (Q197p Noorbeek)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
21536 |
ponder |
pondel:
WNT: pondel, Van pond met -el, zooals huizel, uisel van ons is afgeleid. Verg. ponder (III) en unster, die met -er zijn gevormd. Weegschaal met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht, dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last kan wegen, unster.
pungel (Q197p Noorbeek)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
33796 |
poot |
poot:
puǝt (Q197p Noorbeek)
|
[N 76, 12]
I-12
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
plantaardappelen:
plānt[aardappelen] (Q197p Noorbeek)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|