e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boord boordje: bø̜rtšǝ (Noorbeek) Afzonderlijk stuk als afwerking of versiersel om de rand van een kleed. [N 62, 31b; MW] II-7
boordband boordelint: bø̜rlēnt (Noorbeek) Het lint of de band waarmee men boordt. Boordband is geweven, niet rekkende naadband, gemaakt van katoen, zijde of synthetisch materiaal in een breedte van 1 cm (Het Beste Naaiboek, pag. 16). [N 62, 58a; N 59, 41; N 62, 58b; N 62, 58c; MW] II-7
boos gekrenkt: gekrenkt (Noorbeek), geraakt: geraakt (Noorbeek) boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)] III-1-4
bord telder: telder (Noorbeek) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borduren borduren: borduren (Noorbeek), borduure (Noorbeek) Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)] III-1-3
borrelen (van water) borrelen: borrele (Noorbeek), pruttelen: pruttele (Noorbeek) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borstkas borstkas: borskas (Noorbeek) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstvliesontsteking pleuris: pleuris (Noorbeek) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstwering rugleuning: rø̜klø̄neŋ (Noorbeek) Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.] II-9
bos groente bussel: bösel (Noorbeek), ideosyncr.  bussel (Noorbeek) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7