e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderbeestje donderbeestje: daonderbiesjkes (Noorbeek) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
donderslag helle slag: helle-slaag (Noorbeek) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderwolk onweerslucht: onwēērsloag (Noorbeek) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: duuster wére (Noorbeek) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Noorbeek) niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: duuvels-haore (Noorbeek), duvels-haore (Noorbeek) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (bn.) dood: du:t (Noorbeek) dood (bijv.) [DC 03 (1934)] III-2-2
dood (zn.) dood: doēd (Noorbeek) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodliggen kapotliggen: kǝpotleqǝ (Noorbeek) Het doden van de biggen door de zeug, doordat ze erop gaat liggen. [N 76, 31] I-12
doodsteken steken: štēkǝ (Noorbeek) Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.] II-1