e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eksteroog eksteroog: eksteroaw (Noorbeek) Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
elastiek elastiek: ēlistik (Noorbeek), rek: rɛk (Noorbeek) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektrische draadafrastering schrikdraad: šrekdrǭt (Noorbeek) Afrastering met onder elektrische stroom staande prikkeldraad of gladde ijzerdraad. [N M, 6a] I-8
ellende (lijden) elend: èlend (Noorbeek), misre: (Eijsden!).  misēre (Noorbeek), veel leed hebben: vèùl lèèd hùbbe (Noorbeek) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] || ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4
enig kind enigst kind: innigst keend (Noorbeek) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: é:ŋkəl (Noorbeek) enkel [DC 01 (1931)] III-1-1
enkeldik, dubbeldik vensterglas dik glas: dik ˲glās (Noorbeek), dun glas: døn glās (Noorbeek) In dit lemma zijn de benamingen voor de dikten van de verschillende soorten vensterglas bijeen geplaatst. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Vensterglas'. [N 67, 89c] II-9
enkelvoudig handvat handvat: hānt˲vāt (Noorbeek) Handvat van de zeis, indien het er maar één is. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''.' [N C, 3a] I-3
entre-deux entre-deux: ǫntrǝdø̄ (Noorbeek) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
envelop envelop (<fr.): envelop (Noorbeek) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1