e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Noorbeek

Overzicht

Gevonden: 3664
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuigenis getuigenis: getugenis (Noorbeek) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
gevangenis petoet: Van Dale: petoet, (sold., Barg.) cel, gevangenis.  petoet (Noorbeek) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] III-3-1
gevlekt varken piétrain: patrē̜ (Noorbeek) Varken van het ras dat een gevlekte huid heeft. [N 76, 1d] I-12
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Noorbeek) Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) doof: dòòf (Noorbeek, ... ), geen gevoel: ge geveul höbbe (Noorbeek) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-1
geweer geweer: gewēēr (Noorbeek) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewei van een hert gewei: geweij (Noorbeek) Gewei van een mannetjesree [N 94 (1983)] III-4-2
gewelf gewelf: gewulf (Noorbeek), gǝwø̜lǝf (Noorbeek), gǝwɛlǝf (Noorbeek) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] II-9, III-3-3
gewillig gaarne: gèèr (Noorbeek) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gezelschap compagnie (fr.): kompeniej (Noorbeek) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1