e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraakbeen knoers/knors: knaors (Nunhem) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1
kraan van de metalen gierton slot: šlǭ.t (Nunhem) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kroenekraan: kroenekraan (Nunhem) kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben dabben: oppe kop dabbe (Nunhem), schobben: sjoebe (Nunhem) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakeling ring: rink (Nunhem) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krakende schoen krakende schoen: krakendje sjoon (Nunhem) schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)] III-1-3
kram sluiting: sluteŋ (Nunhem) Oog, haak of kram waarin het slaghout gestoken werd om het vast te zetten. [N 17, 21; N G, 56g] I-13
krant gazet (<fr.): gezêt (Nunhem) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] III-3-1
kreek, stilstaand water beekarm: baek erm (Nunhem), rivierarm: rivier erm (Nunhem) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: kirkel (Nunhem) krekel [DC 07 (1939)] III-4-2