e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nestverlater uitvliegen: oetvlege (Nunhem), vlug: vlök (Nunhem) in staat zijn om uit het nest te vliegen, gezegd van jonge volgels (vlug, stug, uitgevlogen, uitladen) [N 83 (1981)] || op het punt staan om het nest te verlaten, gezegd van jonge volgels (vlug) [N 83 (1981)] III-4-1
neus (spotnamen) neus wie een foekepot: ein naas wiej eine foekepot (Nunhem), neus wie een klompje: ein naas wiej ei klömpke (Nunhem), schnapsneus: sjnapsnaas (Nunhem), voorgevel: véúrgevel (Nunhem) neus: spotbenamingen [snoet, snotkoker, fok, fokker, kokker, domphoren, gevel, foemp] [N 10 (1961)] III-1-1
neus van een schoen naas: naas (Nunhem) neus van een schoen [snoet, tip, veusjte, teut] [N 24 (1964)] III-1-3
neusgaten neusgaten: naasgater (Nunhem) neus: neusgaten [N 10 (1961)] III-1-1
neusklem ring: reŋk (Nunhem) Klem in de neus van een stier. [N 3A, 14d] I-11
neusriem naasriem: nāsrēm (Nunhem) Leren riempje van het hoofdstel dat over de neus van het paard loopt. [N 13, 23] I-10
neusring naasring: nāsreŋk (Nunhem) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nier nier: neer (Nunhem) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking op het water hebben: op ǝt wātǝr hø̜bǝ (Nunhem) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
niersteen niersteen: neersjtein (Nunhem) Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)] III-1-2