e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gek gek: gek (Nunhem) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken geksteken: geksjtaeke (Nunhem) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekookte hersens harren: her-re (Nunhem) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart roodstaartje: rôôtsjtèrtje (Nunhem), röödstertje (Nunhem) gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)] III-4-1
gekruld haar krulhaar: krolhaor (Nunhem) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: geldj (Nunhem), klamotten: Opm. toegift (zie bijlage).  ⁄t geit nörges om as omme klamotte (Nunhem) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || t gaat nergens om dan om de centen [N 21 (1963)] III-3-1
gele lupine boontjes: bø̄nkǝs (Nunhem) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
geluid van de patrijs kierewieten: kierewiet (Nunhem) het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)] III-4-1
geluid van naderend onweer knateren: knaotere (Nunhem) eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gelukken gelukken: gelöktj (Nunhem), slagen: gesjlaagdj (Nunhem) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4