e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizendpoot duizendpoot: doezendj-pŏŏt (Nunhem) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
dun sneetje brood flitsje: flitske (Nunhem) Welke woorden kent Uw dialect voor: een dun schijfje of sneetje brood of vlees? (vlitske, fliesterke, fluusterke?) [N 16 (1962)] III-2-3
dunne melk blauwe melk: blau̯w mɛlk (Nunhem) Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74] I-11
dunne sjaal sjaal: sjaal (Nunhem) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous zijden hoos: zieje haoze (Nunhem) dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous zwarte hoos: zjwarte haoze (Nunhem) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
durfal kadee: kadae (Nunhem) iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje hazenslaap: hazesjlêûpe (Nunhem) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
dwarsbalk van de hooihark schei: šęi̯ (Nunhem) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwarsbalkjes, egscheien scheien: šęi̯ǝ (Nunhem) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2