e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L427p plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenworm dauwworm: WBD  daauwworm (Obbicht), pierling: peerlink (Obbicht, ... ), worm: WBD  worm (Obbicht) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
reiskoffer koffer: koffer (Obbicht) koffer [SGV (1914)] III-3-1
rek rek: rek (Obbicht), schap: schap (Obbicht) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekening rekening: ein rêkening stūre(n) (Obbicht, ... ) rekening [een ~ sturen] [SGV (1914)] || sturen [een rekening ~] [SGV (1914)] III-3-1
relikwie relikwien: rillekwie (Obbicht) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
rente interest: intrest (Obbicht), rente: rente (Obbicht), rintje (Obbicht) rente [SGV (1914)] || Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1
rentenier rentenier: rinjteneer (Obbicht) rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentmeester rentmeester: rinkmeister (Obbicht) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
restant vissen fuik: foek (Obbicht), net: nèt (Obbicht), snoek: snook (Obbicht), snoek (mv.): sneuk (Obbicht), zalm: zalm (Obbicht) fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] || zalm [N100 (1997)] III-4-2
restant vogels vliegen: vleege (Obbicht), vleegen (Obbicht) vliegen [SGV (1914)] III-4-1