e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuld zonder papieren mondelingse verkoop: monjelingse verkoup (Obbicht) schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1
schuldig (zijn) schuldig (zijn): sjöljig (Obbicht) schuldig [SGV (1914)] III-3-1
schurft rui: rui̯ (Obbicht), schurft: sjörf (Obbicht) Een zeer hardnekkige, heftig jeukende huidaandoening, die kan leiden tot sterke vermagering en zelfs tot totale uitputting van de aangetaste dieren. Schurft wordt veroorzaakt door verschillende soorten mijten, voor ieder dier weer verschillend. Zie ook het lemma ''schurft'' in wbd I.3, blz. 479-481. [N 3A, 89; N 52, 13; A 48A, 26; monogr.] || schurft [SGV (1914)] I-11, III-1-2
schutter schutter: sjötter (Obbicht) schutter [SGV (1914)] III-3-2
schutters schutters: sjötters (Obbicht) schutters (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
schuur schuur: šȳr (Obbicht) Het apart staande of aan de stallen vastgebouwde bedrijfsgebouw, waarin de oogst geborgen wordt, ook dienend om in te dorsen en, vooral bij kleinere boerderijen, ook om landbouwwerktuigen te bergen. De voornaamste gelijkvloerse delen van de schuur zijn de dorsvloer en de tasruimte(n) naast de dorsvloer. Boven de dorsvloer bevindt zich veelal een balkenzolder. Zie afbeelding 12. [N 5A, 66a; JG 1a en 1b; A 11, 4; L 12, 1; S 32 en 50; Wi 15; Gi 2.I, 20; monogr.; add. uit N 5A, 71a en 71c] I-6
schuurtje schop: sjiep (Obbicht) Een eenvoudig gebouwtje achter het woonhuis dat tot bergplaats van gereedschappen of iets dergelijks dient (kot, schop, schuurtje, stal) [N 79 (1979)] III-2-1
seksen seksen: sɛksǝ (Obbicht) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
servies servies: servies (Obbicht) Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] III-2-1
sik sik: sek (Obbicht) Geitenbaard. [N 77, 87; S 32; monogr.] I-12