e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuit tuitel: tuitel (Obbicht) tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] III-2-1
tweede klaveroogst tweede snid: twɛ̄dǝ snēt (Obbicht) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede luiden voor de mis trumpen: trumpe (Obbicht) Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
tweeslachtige jonge kip loerhaan: lūrhān (Obbicht) Met betrekking tot het woordtype loerhaan merken informanten op, dat deze een haan is met een geslachtelijke afwijking of dat deze het uiterlijk van een haan heeft maar geen volledige haan is. [N 70, 10; N C, add.; N 19, add.; monogr.] I-12
twintig frank twintig-frankstuk: ps. hier is het woord frank met een k en niet met een g geschreven!  twintjig frank sjtùk (Obbicht) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
uier uier: yǝr (Obbicht), ȳr (Obbicht) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-11, I-12
uieren uieren: (de koe) ȳjǝrt (Obbicht) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uil uil: uul (Obbicht) uil [SGV (1914)] III-4-1
uiteen poten wijd: wit (Obbicht) De pootaardappelen verder uiteen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18b] I-5
uitgeteld zijn aan de telling zijn: (de koe is) ān dǝ tɛleŋ (Obbicht), uitgeteld zijn: (de koe is) ūtgǝtɛlt (Obbicht) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11