21388 |
verdacht |
verdacht:
verdach (L427p Obbicht)
|
verdacht [SGV (1914)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
verdieping:
verdieping (L427p Obbicht)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L427p Obbicht, ...
L427p Obbicht),
verdriet:
verdreet (L427p Obbicht)
|
leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
verzijen:
(de koe) vǝrzitj (L427p Obbicht)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
30596 |
verf |
verf:
vɛrǝf (L427p Obbicht)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeuje(n) (L427p Obbicht)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
21660 |
verhogen |
opgaan:
opgegange (L427p Obbicht)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19370 |
verhuizen |
overhuizen:
overhuizen (L427p Obbicht)
|
Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaarsdag:
verjoarsdaag (L427p Obbicht)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje(n) (L427p Obbicht)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|