22709 |
verschillende knikkerspelen |
schieten:
#NAME?
sjeete (L427p Obbicht)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
22711 |
verschillende knikkerspelen: nagooien |
nabollen:
noabolle(n) (L427p Obbicht),
nagooien:
#NAME?
nagooien (L427p Obbicht)
|
benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vēsǝ kō (L427p Obbicht)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
32918 |
verspreid gras |
het gras (ligt) op de sprei:
hęt ˲grās˱ (lik) ǫp˱ dǝ spręi̯ (L427p Obbicht),
sprei:
spręi̯ (L427p Obbicht)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
versjtenjig (L427p Obbicht)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koekoekbergen:
Opm. is een kinderspel.
koekoeberge(n) (L427p Obbicht)
|
schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøk (L427p Obbicht),
verstøke (L427p Obbicht)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
32577 |
verteerde mest |
vergangen mest:
vǝrgaŋǝ [mest] (L427p Obbicht)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
21653 |
vervaldag |
vervaldag:
Opm. stoottoon.
verv‧aldaag (L427p Obbicht)
|
betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
vesper (L427p Obbicht)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|