23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
kruuswaeg baeje (L427p Obbicht)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
ǫphawtǝ (L427p Obbicht)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
lǭtǝ lǫu̯pǝ (L427p Obbicht)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
et loejt middig (L427p Obbicht)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès dene (L427p Obbicht)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mès doon (L427p Obbicht)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
portiuncula beden:
persjónkela baeje (L427p Obbicht)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19639 |
de tafel afruimen |
de tafel zuivermaken:
de taofel zuver make (L427p Obbicht)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
de wesj bleije(n) (L427p Obbicht),
blauwsel in de was doen:
bleisel in de wesj doon (L427p Obbicht)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
speule(n) (L427p Obbicht),
spoelen (L427p Obbicht)
|
spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|