e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

Gevonden: 2561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gehemelte gehemelte: gehemelte (Obbicht) gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] III-1-1
gehucht gehucht: gehuch (Obbicht) gehucht [SGV (1914)] III-3-1
gehurkt zitten op de hukken zitten: oppe hūūke zitte (Obbicht), op zijn hukjes zitten: op z`n huukskes zitte (Obbicht), op zijn hukken zitten: op z`n hoeken zitten (Obbicht) hurken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)] III-1-2
geil, wellustig hitsig: hitsig (Obbicht) geil, wellustig [N 10C (zj)] III-2-2
gejoel gejoel: gejoel (Obbicht) gejoel [SGV (1914)] III-3-1
gekruld haar krulhaar: kraolhaor (Obbicht) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld centen: cente (Obbicht), geld: geltj (Obbicht), poen: poen (Obbicht) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gele lupine lupinen: ly`pinǝ (Obbicht) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele voederwortel paardsmoren: pɛrtsmūrǝ (Obbicht) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
gelezen mis leesmis: laesmès (Obbicht) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3