e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hamer van de klepklok klokkenhamer: klokkehamer (Oirlo) De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hand hand: hand (Oirlo, ... ) hand [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handboei boei: boeien (Oirlo) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handboor, fretboor schroefboor: sxrūf˱bōr (Oirlo) Een kleine boor met een handgreep en met scherpe schroefdraad, die met één hand wordt rondgedraaid. Zie ook afb. 78. De handboor heeft als handvat ofwel een houten dwarsstukje, ofwel een rondgebogen metalen greep. Hij wordt gebruikt om gaten voor te boren en op plaatsen waar men met de omslagboor niet kan werken. [N 33, 132; N 53, 160b; N 53, 168; monogr.] II-12
handdoek handdoek: hânddoēk (Oirlo) handdoek III-2-1
handelaar koopman: kopman (Oirlo) iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] III-3-1
handelen handel drijven: handel drieve (Oirlo), handelen: handele (Oirlo), handslaan: handslaon (Oirlo) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1
handeling daad: en daod (Oirlo) een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)] III-1-4
handen (kindernamen) handjes: hĕndjes (Oirlo) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fikke (Oirlo), jatten: jatte (Oirlo), knoken: knö:k (Oirlo), poten: pueët (Oirlo) [N 10 (1961)] III-1-1