e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mariaoord genadeoord: genadeoord (Oirlo) Een genadeoord van Maria, Mariaoord. [N 96C (1989)] III-3-3
markt markt: mɛ̄rt (Oirlo) markt [RND] III-3-1
marktkraam kraam: kraom (Oirlo) een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)] III-3-1
marktplein markt: mert (Oirlo) het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)] III-3-1
marmer marmer: marmer (Oirlo, ... ) marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)] III-4-4
marmeren beeld beeld: en marmer beeld (Oirlo) Marmeren beeld. [N 06 (1960)] III-3-2
mars (wbd) marskramer: marskremmer (Oirlo) de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)] III-3-1
marter hermelijn: hermelijn (Oirlo), marter: marter (Oirlo, ... ), wezel: ?  wezel (Oirlo) Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)] || marter [SGV (1914)] III-4-2
masker mombakkes: mombakkes (Oirlo), mommebak: momenbak (Oirlo), mommegezicht: mommegezicht (Oirlo) Een min of meer naar de vorm van het gezicht gemaakte bedekking die dient om dit onherkenbaar te maken of er een bepaalde gedaante aan te geven [mombakkes, mommegezicht, bambakkes, masker]. [N 88 (1982)] || masker [SGV (1914)] III-3-2
masturberen (-) aftrekken: aftrekken (Oirlo), aftrekken: aftrekken (Oirlo) onanie plegen, zichzelf bevlekken [zn eige aftrekke, afspelen] [N 10C (1995)], [N 10C (zj)] III-2-2