e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peperkorrel peperbolletje: paeperbölleke (Oirlo) peperkorreltje III-2-3
pepermunt pepermunt: paepermunt (Oirlo) pepermunt III-2-3
perenboom perenboom: paerenboeëm (Oirlo) perenboom I-7
perensteel perensteeltje: paerestilleke (Oirlo) perensteeltje I-7
periode van de ijsheiligen ijsheiligen: ieshellige (Oirlo) De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)] III-3-2
persen persen: parsen (Oirlo) persen [SGV (1914)] III-1-2
persoon met een lastig karakter kommerlijke, een -: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  enne kummelike (Oirlo) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
perzik merketon: grote veredelde perzik  merketon (Oirlo), pierk: klein soort  pierek (Oirlo), spiers: spiers (Oirlo, ... ) abrikoosperzik || perzik [SGV (1914)] || perzik soort I-7
perzikkruid jezusgras: Jezus-gras (Oirlo), perzikkruid: perzikkruid (Oirlo) Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)] III-4-3
pesterij plaag: de plaog (Oirlo) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-1-4