e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bleke steen een bastaardse: ęjnǝ bastǝrsǝ (Oirlo) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: blie (Oirlo), bliej (Oirlo), bliej zien (Oirlo) blij [SGV (1914)] || een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)] III-1-4
blijven hangen, blijven plakken blijven plakken: blieve plekke (Oirlo), niet weg te slaan: nie weg te slaon! (Oirlo) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: blieve (Oirlo), wachten: waachte (Oirlo), wāchte (Oirlo) ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: enne bliksem (Oirlo), weerlicht: wérlich(t) (Oirlo) bliksemflits, weerlicht || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemafleier (Oirlo), bliksemáflejjer (Oirlo), bliksemtrekker: bliksemtrekker (Oirlo) bliksemafleider || Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen de schoer zit doonbij: de schoer zit doon-beij (Oirlo), hard bliksemen: ‧t bliksemt hard (Oirlo), weerlichten: ’t wèr-licht (Oirlo), ⁄t werlicht (Oirlo) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4
blikslager blikslager: blekslē̜gǝr (Oirlo) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blinde vink blinde vink: Syst. WBD  bliende vinke (Oirlo) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] III-2-3
blindemannetje spelen blindekoe: bliendekoew (Oirlo) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2