e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stoppelland ploegen stoppelbouwen: stǫpǝl[bouwen] (Oirlo) Na de oogst van een graangewas werkt men het stoppelland oppervlakkig om in voren van 5 √§ 10 cm diep. De wortels van de graanplanten worden daarbij losgeploegd en een weinig omgekeerd, zodat ze kunnen uitdrogen, om daarna te worden afge√´gd. Vroeger bewerkte men een stoppelakker met een enkele (eenscharige) ploeg met een "wijd" gezet riester, maar zonder voorschaar en kouter. Later verrichtte men dit werk met een meerscharige ploeg, met de cultivator of met de schijveneg. Van de opgesomde termen zijn er sommige toepasselijk op ondiep ploegen in het algemeen of op een bepaalde methode van ondiep ploegen. Voor (delen van) varianten in de (...)-vorm zie men de lemmata ploegen, ondiep, ondiep ploegen en braakland bewerken. [N 11, 43; N 11A, 109b; JG 1c + 2c; JG 1b add.; A 27, 24b, add.; Lu 5, 24b add.; monogr.] I-1
stoppels stoppelen: stǫpǝlǝ(n) (Oirlo) De stompjes halm die na het maaien op het veld overblijven en later worden ondergeploegd. Opvallend polymorfe meervoudsvorming. [N 6, 7; N 15, 52; JG 1a, 1b; L 7, 53; L 15, 23; Wi 51; monogr.] I-4
stormeinde stormeind: stormeind (Oirlo) De zijde van de molenkast waar de roeden zitten en die meestal naar de wind gekeerd staat. Zie ook afb. 18. [N O, 44a; A 42A, 96; Sche 20; N O, 45a; A 42A, 94] II-3
stormx storm: (verkleinwoord: störmke; meervoud: störme).  störm (Oirlo) noodweer, storm III-4-4
stortplaats stort: ’t stort (Oirlo) de plaats waar vuilnis gestort mag worden [stort] [N 90 (1982)] III-3-1
stoten stoten: stouten (Oirlo), stoëte (Oirlo) stoten, stuiken [SGV (1914)] || Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)] III-1-2
stoutmoedig die durft: dĕn dörft! (Oirlo, ... ), geen schouwkeutel zijn: genne schouwkeutel zien (Oirlo) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
stoven garen: gare (Oirlo), smoren: Lót zó iemes már ien zien aege vet gaar smoeëre  smoeëre (Oirlo), stoven: stoven (Oirlo) gaar stoven || stoven (ww.) [SGV (1914)] || vlees met vet (in een gesloten pan) gaar stoven III-2-3
straat straat: straot (Oirlo) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatbezem harde bezem: harde bessum (Oirlo), stijve bezem: stieve bessem (Oirlo) bezem, hard, gebruikt voor ruwer werk, zowel binnen- als buitenshuis (harde bezem) [N 20 (zj)] III-2-1