e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boerenjasmijn jasmijn: jasmijn (Oirlo) Jasmijn, een heester met witte, welriekende bloemen (jasmijn, zezemien). [N 82 (1981)] III-4-3
boerenkool boerenkool: Syst. WBD  boerekoeël (Oirlo) Boerenkool (boeremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
boerenkoolstamppot boerenkoolstamp: Syst. WBD  boerekoeëlstamp (Oirlo), boerenmoes: Boe‰rkoeël mòt aegelek bevrore zien, dan smekt de boe‰rkoeël pas go‰d  boēremoes (Oirlo) boerekool (gekookt als stamppot) || Stamppot van aardappelen en boerenkool [N 16 (1962)] III-2-3
boerenvlaai vlaai: Syst. WBD  vlaaj (Oirlo) Grote boerenvla (vlaam?) [N 16 (1962)] III-2-3
boerenwormkruid hemdsknoop: hemsknöp (Oirlo), reindersknoop: chrysanthemum vulgare  rejndersknöp (Oirlo), wormzaad: wörmzaod (Oirlo) boerenwormkruid || Boerenwormkruid (tanacetum vulgare 50 tot 120 cm groot. De stengels groeien rechtop; de bladeren zijn geveerd met langwerpige, gezaagde slippen; de bloemen staan in knoopvormige hoofdjes, vele bijeen in een platte tros, straalbloemen ontbreken, geel gek [N 92 (1982)] || boerenwormkruidzaad III-4-3
boerenzwaluw, zwaluw zwalf: zwelf (Oirlo, ... ) zwaluw [SGV (1914)] III-4-1
boerin bazin: de bazin (Oirlo), boerin: buren (Oirlo), dees boerin (Oirlo), die boerin (Oirlo) [L 1, a-m; S 6; Wi 18; monogr.]de vrouw van een boer [meesterse, bazin(ne), vrouw, juffrouw, mevrouw] [N 87 (1981)] || deze [~ boerin] [SGV (1914)] || die [~ boerin] [SGV (1914)] I-6, III-3-1
boertig niet fijngevoelig: den is ôk nie fiengevulig (Oirlo) met zeer platte humor [drollig, boertig] [N 85 (1981)] III-1-4
boete boete: boete (Oirlo, ... ) Boete [de boes]. [N 96D (1989)] || een geldstraf [boete, kore, amende] [N 90 (1982)] III-3-1, III-3-3
boezem boezem: #NAME?  boezem (Oirlo) boezem, ruimte tussen de borsten [N 10c (1995)] III-1-1