e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwenonderhemd? hemd: hemd (Oirlo), vrouwluihemd: vrollie-hemd (Oirlo) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)] III-1-3
vrouwziek maagdjesgek: megjesgek (Oirlo), op jacht zijn: òp jácht zien (Oirlo) meisjesgek || op een meisje uit zijn III-2-2
vrucht zetten vrucht zetten: vrucht zette (Oirlo) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtgebruik gebruik: ⁄t gebruuk (Oirlo), gebruiksrecht: gebrauksrecht (Oirlo) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vuil waterx smerig water: smerrig (of vīēs) water (Oirlo), vies water: vīēs water (Oirlo) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuilnisbak dreksbak: dreksbák (Oirlo), Ok ien ennen dreksbák viende wel \'s wat van waerde: ook van het schijnbaar waardeloze kan men soms iets leren  dreksbák (Oirlo) asemmer || vuilnisemmer III-2-1
vuist vuist: voest (Oirlo) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuistslag op de rug mep: mep (Oirlo), opdoffer: enne ôpdoffer gaeve (Oirlo) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] || slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] III-3-2
vuursteen vuursteen: vuur-stiejen (Oirlo) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
waaienx waaien: waeje (Oirlo, ... ), wêjen (Oirlo), ⁄t wêjde (Oirlo) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4