e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterige kost dunnigheid: As ge maagpien het, kunde t baest allieën már wat dunneghejd aete  dunneghejd (Oirlo), poelie: De poelie klotst in mienen boek  poelie (Oirlo), slobber: slôbber (Oirlo) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] || vloeibaar dun voedsel || vloeibaar voedsel in de maag III-2-3
waterketel, moor marmiet: mármiet (Oirlo), moor: moer (Oirlo), muər (Oirlo), ge mòt aeges wieëte hoe of òwwe moeër zingt: men is zelf verantwoordelijk voor zijn doen en laten  moeër (Oirlo) oude koperen waterketel die met een smalle rand in het vuur zakt || waterketel || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterleiding waterleiding: waterleiding (Oirlo) het stelsel van buizen waardoor drinkwater naar huizen geleid wordt [lei] [N 90 (1982)] III-3-1
waterloot waterloot: waterlot (Oirlo) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
watermunt pepermunt: paepermunt (Oirlo), wilde munt: wilde munt (Oirlo) pepermunt || Watermunt (mentha aquatica 25 tot 90 cm groot. De plant is behaard; de stengels met bloemen aan de top; de bladeren zijn eivormig, ze zijn gesteeld, de bladrand is gezaagd of gekarteld; de bloemen staan in dichte kransen en zijn roodlila van kleur; de k [N 92 (1982)] III-4-3
waterplant moerplant: moērplânt (Oirlo) moerasplant III-4-3
waterpokken waterpokken: waterpokke (Oirlo) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)] III-1-2
waterput put: pøt (Oirlo, ... ) [RND 10] [SGV (1914)] I-7
waterranonkel waterboterbloem: waterbôtterbloem (Oirlo) Waterboterbloem (ranunculus aquatilis). Waterplant; de ondergedoken bladeren zijn slap, fijn verdeeld; de drijvende bladeren zijn ongeveer niervormig met 3-5 brede, gekartelde slippen; de bloemen zijn groot, vrij lang gesteeld, en wit met met een gele voe [N 92 (1982)] III-4-3
wbd: afzeggen ongedaan maken: ôngedaon maken (Oirlo) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1