e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodskist doodskist: dodskiest (Oirlo, ... ), dódskiest (Oirlo) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] || doodskist III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: dódshimd (Oirlo), dôdshemd (Oirlo), doodskleed: dódsklieëd (Oirlo), dôôdsklîêd (Oirlo), hoorde bij de uitzet  dôodskliëd (Oirlo), nu steeds meer een volledig kostuum (pak)  dôdsklieëd (Oirlo), lijkdoek: liekdoēk (Oirlo) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodshemd || doodskleed || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] || lijkwade III-2-2
doodsklok doodsklok: dodsklok (Oirlo) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doodzonde doodzonde: doeëdzônde (Oirlo) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
doof doof: douf (Oirlo) doof [SGV (1914)] III-1-1
dooien dooien: duije (Oirlo), t slaakt]: de weenter göt af! (Oirlo), ’t begint däöje (Oirlo), ’t göt däöje (Oirlo) dooien [SGV (1914)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier doren: dǭrǝ (Oirlo) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
dooierzwam dooierzwam: dooierzwam (Oirlo), hanenkam: hanekam (Oirlo) Cantharel: een gele, eetbare paddestoel (cantharel, eierzwam, dooierzwam). [N 92 (1982)] III-4-3
doop doop: duuëp (Oirlo), eu-klank niet weer te geven  deup (Oirlo) doop [SGV (1914)] || Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: duuëpbelofte zegge (Oirlo) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3