23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
het huis inzegenen:
et huus ienzaegene (L216p Oirlo)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
bediend worden:
bediend wörre (L216p Oirlo)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24058 |
het heilig oliesel toedienen |
bedienen:
bediene (L216p Oirlo)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20393 |
het huwelijk ontbinden |
vaneengaan:
vanéngaon (L216p Oirlo)
|
scheiden
III-2-2
|
23609 |
het misboek omdragen |
het boek omdragen:
et boeek umdrage (L216p Oirlo)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23573 |
het orgel trappen |
de orgel trappen:
dən øͅrgəl trapə (L216p Oirlo),
de orgel treden:
dən øͅrgəl trɛ̄jə (L216p Oirlo)
|
Het orgel treden of trappen, de blaasbalg tredend met lucht vullen en gevuld houden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21436 |
het volle bedrag |
de volle mep:
de vol mep en āndersnie! (L216p Oirlo)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19768 |
het vuur aansteken |
aansteken:
ánstaeke (L216p Oirlo),
Gillie het dat vuurke ángestòkt
ánstaeke (L216p Oirlo),
aanstoken:
anstoake (L216p Oirlo)
|
aansteken || aanstoken [SGV (1914)] || doen ontsteken/ vlam vatten
III-2-1
|
19415 |
het vuur doven |
uit laten gaan:
de kachel uut laote gaon (L216p Oirlo),
(niks doen).
üt laote gaon! (L216p Oirlo),
uitdoen:
Ge mòt de lámp ientieds uutdo‰n
uutdoēn (L216p Oirlo),
uitmaken:
uûtmake (L216p Oirlo),
(zelf doen).
ütmake (L216p Oirlo)
|
(uit)doven || doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] || Het branden doen eindigen (blussen, doven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
inzegening van het vuur:
ienzaegening van t vuur (L216p Oirlo)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|