e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koken (intr.) koken: koeəkə (Oirlo), kóókə (Oirlo), zieden: zieje (Oirlo) koken [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
koken (tr.) koken: Lót zoeë iemes ie zien aege vet gaar koke De kok kòkt nor aege moond en as ge t niet lust, dan lekt òw koont  koke (Oirlo) koken III-2-3
kolblei bliek: bliek (Oirlo), puinoog: päönoeëg (Oirlo) blei (vis) || kolblei (vis) III-4-2
kolengruis kolengruis: kolegruus (Oirlo) kolengruis III-2-1
kolenkit helmkit: helmkit (Oirlo), kolenbak: kolenbák (Oirlo), kolentoot: koletoēt (Oirlo) kolenbak || kolenkit || soort kolenkit, dikwijls van koper III-2-1
kolenslik schlamm (d.): slam (Oirlo), In oorlogstijd gebruikt als vervanger van kolen  slám (Oirlo) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || modderachtige massa bestaande uit kolengruis met bindmiddel III-2-1
kom kom: koͅm (Oirlo), dén/die hit \'t kusse òp \'n kumke gelieërd: gezegde voor een persoon die dikke lippen heeft  kòm (Oirlo) kom [SGV (1914)] || kom van aardenwerk III-2-1
komen komen: kome (Oirlo), komə (Oirlo) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
komfoor oliestel: òlliestél (Oirlo) petroleumcomfoor III-2-1
komijnekaas pitjeskaas: pitjeskieës (Oirlo) komijnenkaas III-2-3