22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
en rötselke (L216p Oirlo),
raodsel (L216p Oirlo),
ròòdsel (L216p Oirlo),
rödselke (L216p Oirlo)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
raam:
rām (L216p Oirlo),
venster:
venstǝr (L216p Oirlo)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33575 |
raapstelen |
raapstelen:
raapstelen (L216p Oirlo)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
20801 |
raapstelenstamppot |
stelenmoes:
stelemoes (L216p Oirlo)
|
stamppot van raapstelen
III-2-3
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
areg (L216p Oirlo),
gek:
gĕk (L216p Oirlo),
raar:
raar (L216p Oirlo),
vreemd:
vreimd (L216p Oirlo),
vrimd (L216p Oirlo)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar [DC 02 (1932)] || raar, zonderling || vreemd, raar
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
bazelen:
bazele (L216p Oirlo),
lullen:
(minder mooi).
lulle (L216p Oirlo)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
roǝt (L216p Oirlo)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
raoje (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo),
roajen (L216p Oirlo),
ròòje (L216p Oirlo)
|
raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)] || raden, gissen
III-1-4, III-3-2
|
33577 |
radijs |
radijs:
redies (L216p Oirlo)
|
radijs
I-7
|
21209 |
radio |
radio:
radio (L216p Oirlo)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|