e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuurpapier schuurpapier: sxūrpǝpir (Oirlo), sxūrpǝpīr (Oirlo) Stevig papier waarop korrels schurend materiaal, bijvoorbeeld gemalen glas, zand, amaril of carborundum zijn aangebracht. Zie ook het lemma ɛschuurpapierɛ in de paragraaf over de vaktaal van de huisschilder in WLD ii.9, pag. 205.' [N 53, 148a; monogr.] || Stug papier dat aan één zijde met glaspoeder of amaril beplakt is en gebruikt wordt voor het gladschuren van hout. Men onderscheidt bij schuurpapier verschillende korreldiktes. [N 67, 60a; L 42, 44; monogr.] II-12, II-9
schuurtje schuurtje: schuurke (Oirlo) Een eenvoudig gebouwtje achter het woonhuis dat tot bergplaats van gereedschappen of iets dergelijks dient (kot, schop, schuurtje, stal) [N 79 (1979)] III-2-1
schuw schouw: schòw (Oirlo), schuw: schouw (Oirlo) bang, schuw || Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)] III-1-4, III-4-2
schuwen schouwen: schòwwe (Oirlo) schuwen, bang zijn voor III-1-4
selderij sellerie: sellerie (Oirlo) Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
seminarie seminarie (<lat.): simmenarie (Oirlo) Het seminarie. [N 96D (1989)] III-3-3
sering kruidnagel: syringa  kruunnagel (Oirlo), kruidnagelbloem: krüdnêgelbloem (Oirlo, ... ), kruinagel: syringa  kruunnagel (Oirlo) [SGV (1914)]sering [SGV (1914)] I-7, III-4-3
servies servies: servies (Oirlo) Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] III-2-1
siererwt pronkerwten: lathyrus odoratus  proonkért (Oirlo) pronkerwt, siererwt I-7
sierkleedje, antimakassar dekje: dekske (Oirlo, ... ), kleedje: klaedje (Oirlo) Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)] || gehaakt, gebreid, geborduurd sierkleedje III-2-1