e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitneembaar frontje bef: bèf (Oirlo, ... ) frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)] III-1-3
uitnodigen uitnodigen: uûtnuëdige (Oirlo), verzoeken: verzuke (Oirlo) iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] III-3-1
uitschelden schelden: schelden (Oirlo, ... ), uitjouwen: uûtjouwe (Oirlo), uitschelden: uûtschelle (Oirlo) iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)] || schelden [SGV (1914)] III-3-1
uitsliepen uitsliepen: ütsliepe (Oirlo) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2
uitsluitsel <omschr.> dat is mijn antwoord en daarmee af: da⁄s mien antwoord en daor mit af! (Oirlo), duidelijk antwoord: en dudeluk antwoord (Oirlo) een beslissend antwoord, een antwoord dat alles uitlegt [uitsluitsel, uitbedul] [N 85 (1981)] III-3-1
uitstalling van het allerheiligste uitstelling van het allerheiligste: uutstelling van et allerhelligste (Oirlo) Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)] III-3-3
uitstallingstroon troon: troeen (Oirlo) De troon, de ruimte of plek boven het tabernakel waar het Allerheiligste wordt uitgesteld. [N 96A (1989)] III-3-3
uitstellen uitstellen: uût stelle (Oirlo), verschuiven: verschuve (Oirlo) iets niet op het daarop vastgestelde tijdstip verrichten maar het naar een later tijdstip verschuiven [uitstellen, trekken, vertrekken, verstrekken, nazien] [N 85 (1981)] III-1-4
uitvallen van dennennaalden geruizel: ve den  gerūzel (Oirlo) uitvallen v naalden III-4-3
uitvlucht uitmaaksel: uûtmaksel (Oirlo), uitvlucht: uûtvlucht (Oirlo) wat men aanvoert om iets niet te hoeven doen [uitvlucht, uitvluchtsel, uitmaak, uitmaaksel, flauws, zoeking] [N 85 (1981)] III-1-4