20484 |
waterige kost |
dunnigheid:
As ge maagpien het, kunde t baest allieën már wat dunneghejd aete
dunneghejd (L216p Oirlo),
poelie:
De poelie klotst in mienen boek
poelie (L216p Oirlo),
slobber:
slôbber (L216p Oirlo)
|
slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] || vloeibaar dun voedsel || vloeibaar voedsel in de maag
III-2-3
|
19510 |
waterketel, moor |
marmiet:
mármiet (L216p Oirlo),
moor:
moer (L216p Oirlo),
muər (L216p Oirlo),
ge mòt aeges wieëte hoe of òwwe moeër zingt: men is zelf verantwoordelijk voor zijn doen en laten
moeër (L216p Oirlo)
|
oude koperen waterketel die met een smalle rand in het vuur zakt || waterketel || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21212 |
waterleiding |
waterleiding:
waterleiding (L216p Oirlo)
|
het stelsel van buizen waardoor drinkwater naar huizen geleid wordt [lei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24632 |
waterloot |
waterloot:
waterlot (L216p Oirlo)
|
Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24641 |
watermunt |
pepermunt:
paepermunt (L216p Oirlo),
wilde munt:
wilde munt (L216p Oirlo)
|
pepermunt || Watermunt (mentha aquatica 25 tot 90 cm groot. De plant is behaard; de stengels met bloemen aan de top; de bladeren zijn eivormig, ze zijn gesteeld, de bladrand is gezaagd of gekarteld; de bloemen staan in dichte kransen en zijn roodlila van kleur; de k [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24586 |
waterplant |
moerplant:
moērplânt (L216p Oirlo)
|
moerasplant
III-4-3
|
18128 |
waterpokken |
waterpokken:
waterpokke (L216p Oirlo)
|
Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33631 |
waterput |
put:
pøt (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo)
|
[RND 10] [SGV (1914)]
I-7
|
24666 |
waterranonkel |
waterboterbloem:
waterbôtterbloem (L216p Oirlo)
|
Waterboterbloem (ranunculus aquatilis). Waterplant; de ondergedoken bladeren zijn slap, fijn verdeeld; de drijvende bladeren zijn ongeveer niervormig met 3-5 brede, gekartelde slippen; de bloemen zijn groot, vrij lang gesteeld, en wit met met een gele voe [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21675 |
wbd: afzeggen |
ongedaan maken:
ôngedaon maken (L216p Oirlo)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|