id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18636 | zomerkapmanteltje | pelerine (<fr.): +/- 1880 pelderien (Oirlo) | kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3 |
18675 | zomerkleren | zomerkleren: zommerkliêr (Oirlo), zômmer-klier (Oirlo) | zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3 |
23765 | zon- en feestdagen | zon- en feestdagen: zon- en fiëstdaag (Oirlo) | Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3 |
23933 | zondag | zondag: zôndag (Oirlo) | De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3 |
23934 | zondag houden | zondag houden: zôndag halde (Oirlo), zondag vieren: zôndag viere (Oirlo) | De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3 |
23534 | zondagmissaal | zondagsmissaal: zondagsmissaal (Oirlo) | Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
18670 | zondagse kleren | `s zondagse kleren: sondagse kliêr (Oirlo), zondagse kleren: zond. klier (Oirlo), zondagspak: zondags pak (Oirlo) | De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3 |
23339 | zonde | zonde: zonde (Oirlo), t is zund = jammer zônde (Oirlo) | Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] || zonde [SGV (1914)] III-3-3 |
23340 | zonden | zonden: zund (Oirlo) | zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3 |
18890 | zonder opzet | niet expres: nie expres (Oirlo), zonder bijbedoeling: zônder bejbedoeling (Oirlo) | zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4 |