18035 |
diarree |
dunne, de -:
an den dunne zien (L216p Oirlo),
loperij:
an de loëperij zien (L216p Oirlo)
|
Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21310 |
dief |
schelm:
schelm (L216p Oirlo)
|
dief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19807 |
dienblad |
theeblad:
thieëblad (L216p Oirlo)
|
presenteerblad bij het theedrinken
III-2-1
|
19080 |
dienst |
dienst:
dienst (L216p Oirlo, ...
L216p Oirlo)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
23797 |
dienst van goede vrijdag |
houtermis:
höltermis (L216p Oirlo)
|
De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21736 |
dienstplicht gaan doen |
voor de dienstplicht gaan:
vur de dienstplicht gaan (L216p Oirlo)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21756 |
dienstplicht moeten doen |
in dienst moeten:
ien dienst motto (L216p Oirlo)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
32690 |
diep |
diep:
dīp (L216p Oirlo)
|
In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.]
I-1
|
24300 |
dier, beest |
beest:
biëst (L216p Oirlo),
dier:
dier (L216p Oirlo)
|
beest || dier [SGV (1914)]
III-4-2
|
33603 |
dieven, van scheuten |
dieven:
overtollige scheuten weghalen
diēve (L216p Oirlo),
pluizen:
zijscheuten v planten wegnemen
plūze (L216p Oirlo)
|
dieven v planten || dieven, pluizen
I-7
|