e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
golven ww. golven: gollevə (Oirsbeek) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gom hars: ideosyncr.  hars (Oirsbeek) De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] III-4-3
gombal gombal: gómbál (Oirsbeek), gommetje: gumpke (Oirsbeek), zjiep-ke: sīēpkə (Oirsbeek) siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)] III-2-3
gooien gooien: fonetisch  gŏĕje (Oirsbeek), guizen: idiosyncr.  goesche (Oirsbeek), smijten: fonetisch  sjmiete (Oirsbeek), idiosyncr.  schmieten (Oirsbeek), werpen: werpen (Oirsbeek), fonetisch  werpe (Oirsbeek) gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)] III-1-2
gort gort: gort (Oirsbeek) gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)] III-2-3
gouden tor goudkever: WLD  gōōtkēēver (Oirsbeek) Hoe noemt u de gouden kever: een soort kever, 15-21mm lang, bladsprietig (goudkever, goudbeest, gouwke, hovenier) [N 83 (1981)] III-4-2
gouden twintig frank napoleon: Opm. hiermee betaalden de Belgen = goudstukken van Franse 20 francs.  napoleon(s) (Oirsbeek), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld! dit was de uitspraak!  naapolĕjon (Oirsbeek) Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)] III-3-1
goudvink bloedvink: bloodvĕink (Oirsbeek) goudvink (14,5 grijs op de afbeelding is prachtig rood bij de man; zomer en winter vrij schaars; broedt in sparrenbos; worteltjesnest; roep hoog fluitend [pjuuu] [N 09 (1961)] III-4-1
gouverneur gouverneur (<fr.): goeverneur (Oirsbeek), gouverneur (Oirsbeek) de officiële vertegenwoordiger van de koningin [koning] in een provincie [commissaris, gouverneur] [N 90 (1982)] III-3-1
graaf graaf: groaf (Oirsbeek) graaf [titel] [SGV (1914)] III-3-1