e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgebit van kalveren melktanden: mɛlktɛnj (Oirsbeek) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug melk: mɛlk (Oirsbeek), zog: zox (Oirsbeek) [N 19, 20] I-12
melkkannetje melkkannetje: melkkenke (Oirsbeek) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkoe beste melkkoe: bɛstǝ mɛlkǫu̯ (Oirsbeek) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkkuil melkkuiltje: mɛlkkylkǝ (Oirsbeek) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11
melkspiegel melkspiegel: mɛlkšpēgǝl (Oirsbeek) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkstoel: mɛlkštōl (Oirsbeek) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: Volgens de informant zegt men in Sittard (Q 020) moezetenj.  mĕilktenj (Oirsbeek) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
melkzeef zij: zi (Oirsbeek) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
menen menen: meenə (Oirsbeek), menə (Oirsbeek) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1