e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdenken / verdenking? verdenken: verdenkə (Oirsbeek) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: geltj verdeenə (Oirsbeek) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdord dor: WLD  dor (Oirsbeek), verdord: ideosyncr.  verdord (Oirsbeek) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdoven neerhouwen: nērhǫwǝ (Oirsbeek) Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1
verdriet; verdriet doen leed: leed (Oirsbeek, ... ), verdriet: verdreet (Oirsbeek, ... ) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] || leed [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verdrogen verzijen: vǝrzii̯ǝ (Oirsbeek) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
verdwenen foetsie: foetsie (Oirsbeek), weg: weg (Oirsbeek, ... ) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
verf verf: vęrǝf (Oirsbeek), vɛrǝf (Oirsbeek) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfrommelen fronselen: froensjelə (Oirsbeek), kreukelen: krökkelə (Oirsbeek), verkreukelen: verkrökkelə (Oirsbeek) Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergaderen vergaderen: vergaaderə (Oirsbeek), vergááderə (Oirsbeek) ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)] III-3-1