21854 |
etalage |
etalage (<fr.):
etalaasj (Q033p Oirsbeek),
vitrine (fr.):
vitrĭĕn (Q033p Oirsbeek)
|
de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
éétə (Q033p Oirsbeek)
|
eten [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
marmietje:
twee keteltjes met daartussen een handvat
bermietje (Q033p Oirsbeek)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
resten:
reste (Q033p Oirsbeek)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18047 |
etter |
gezweer:
geschwêr (Q033p Oirsbeek)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
warselen:
wē̜šǝlǝ (Q033p Oirsbeek),
warshout:
wē̜šhǫu̯t (Q033p Oirsbeek)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
20172 |
familie |
familie:
fəmīēljə (Q033p Oirsbeek)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (Q033p Oirsbeek),
fanfār (Q033p Oirsbeek)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24144 |
fazant |
fazant:
fazant (Q033p Oirsbeek)
|
fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22431 |
feest |
feest:
feest (Q033p Oirsbeek),
fīəs (Q033p Oirsbeek),
kermis?:
kirmes (Q033p Oirsbeek)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|