e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
etalage etalage (<fr.): etalaasj (Oirsbeek), vitrine (fr.): vitrĭĕn (Oirsbeek) de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1
eten (ww.) eten: éétə (Oirsbeek) eten [RND] III-2-3
etensketeltje marmietje: twee keteltjes met daartussen een handvat  bermietje (Oirsbeek) tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)] III-2-1
etensresten resten: reste (Oirsbeek) Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] III-2-3
etter gezweer: geschwêr (Oirsbeek) etter [SGV (1914)] III-1-2
evenaar, tweespanszwenghout warselen: wē̜šǝlǝ (Oirsbeek), warshout: wē̜šhǫu̯t (Oirsbeek) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
familie familie: fəmīēljə (Oirsbeek) het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)] III-2-2
fanfare fanfare: fanfaar (Oirsbeek), fanfār (Oirsbeek) Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)] III-3-2
fazant fazant: fazant (Oirsbeek) fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1
feest feest: feest (Oirsbeek), fīəs (Oirsbeek), kermis?: kirmes (Oirsbeek) De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)] III-3-2