18164 |
lancet |
lancet:
lancet (Q033p Oirsbeek)
|
Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33640 |
landerijen |
gewande:
gǝwanj (Q033p Oirsbeek)
|
Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.]
I-8
|
32822 |
landrol |
wel:
wɛl (Q033p Oirsbeek)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|
24917 |
landstreek |
contrei:
kontrei (Q033p Oirsbeek),
streek:
sjtréék (Q033p Oirsbeek),
striek (Q033p Oirsbeek)
|
landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33787 |
lang ruw haar rond buik en uier |
duivelshaar:
dyvǝlshǭr (Q033p Oirsbeek)
|
Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23]
I-9
|
34614 |
langboom van de wagen |
langboom:
laŋk˱bōm (Q033p Oirsbeek)
|
Lange dikke balk die de verbinding vormde tussen het voorstel en het achterstel van de langwagen. Via de lengte van de langboom kan de lengte van de langwagen bepaald worden. Op de langboom rusten de drie rongblokken van de wagen, waarop de rongen gezet konden worden ter ondersteuning van de zijwanden. De langboom steekt achteraan door een opening tussen het rongblok en het asblok en wordt daar verstevigd door de twee achterste tangarmen. Aan de voorzijde is de langboom door middel van een bout verbonden met het rongblok, de draaischijf, de zwik en het asblok, zodat het voorstel wendbaar is. [N 17, 44e; N G, 70b; JG 1b; JG 1d;monogr]
I-13
|
18286 |
lange broek |
lange broek:
lang brook (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek)
|
pantalon, lange broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24733 |
lange dunne tak |
vits:
ideosyncr.
wits (Q033p Oirsbeek)
|
Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18367 |
lange kleurige herenkous |
hoos:
haoze (Q033p Oirsbeek)
|
mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
17610 |
lange neus |
lange neus:
lang naas (Q033p Oirsbeek),
torentje:
törekə (Q033p Oirsbeek)
|
neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)]
III-1-1
|