29921 |
metselen |
muren:
mūrǝ (Q033p Oirsbeek)
|
Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.]
II-9
|
29996 |
metselzand |
metselzand:
mɛtsǝlzantj (Q033p Oirsbeek)
|
Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.]
II-9
|
20513 |
metworst |
droogworst:
dreugwoosj (Q033p Oirsbeek),
drûugwōəsj (Q033p Oirsbeek),
metworst:
mager varkens- en rundvlees
metwoesj (Q033p Oirsbeek),
snijworst:
sjniewoosj (Q033p Oirsbeek)
|
metworst [N 06 (1960)] || metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21585 |
mevrouw |
mevrouw:
mevrouw (Q033p Oirsbeek),
Note v.d. invuller:
mevrouw (Q033p Oirsbeek)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24901 |
middag (s middags) |
middag:
midich (Q033p Oirsbeek)
|
middag [RND]
III-4-4
|
27612 |
middagdienst, late dienst |
middagschicht:
medexšix (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807]
II-5
|
17838 |
middagdutje |
middagdutje:
middigdutjə (Q033p Oirsbeek)
|
Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
dutten:
duttə (Q033p Oirsbeek),
ungeren (ww.):
unjere (Q033p Oirsbeek),
[3e p. ev.]
hê unjert (Q033p Oirsbeek),
i.e. de middagslaap.
unjĕre (Q033p Oirsbeek),
Na het warme eten.
unjerə (Q033p Oirsbeek)
|
middagdutje [SGV (1914)] || middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] || sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
middag, de -:
middig (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
middageten:
middageten (Q033p Oirsbeek),
noen, de -:
middageten
noon (Q033p Oirsbeek),
smiddags
noon (Q033p Oirsbeek)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
koning:
keuning (Q033p Oirsbeek)
|
De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|