e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurs, overrijp faux: foak (Oirsbeek) beursch (de peer is ~) [SGV (1914)] III-2-3
beurse plek bluts: WLD  blötsj (Oirsbeek) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
bevallen bevallen: bevallə (Oirsbeek, ... ), een kind het levenslicht schenken: ee kindj ⁄t lêvesleecht schinke (Oirsbeek), een kindje krijgen: ə kīendje krīēgə (Oirsbeek) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] || levenslicht [een kind het ~ schenken] [SGV (1914)] III-2-2
bevel bevel: bevel (Oirsbeek, ... ), bevääl (Oirsbeek, ... ), bevèèl (Oirsbeek, ... ) bevel [SGV (1914)] || een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: bevéélə (Oirsbeek, ... ), commanderen: commandeerə (Oirsbeek), commanderen (<fr.): commandeerə (Oirsbeek) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevend schudden met de huid razelen: rāzǝlǝ (Oirsbeek) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bewerkelijk (zijn) ingewikkeld: ingewikkelt (Oirsbeek) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewerken van het deeg op de werktafel kneden: knē̜ǝę (Oirsbeek) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewolking bewolking: de bewouking (Oirsbeek), wolken: de wouke (Oirsbeek) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bezadigd gemoedereerd: gemŏĕdereerd (Oirsbeek) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4