24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
WLD
tellə (Q033p Oirsbeek)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
27249 |
pompmachinist |
pompmachinist:
pompmachinist (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
De arbeider die de pompen bedient. [N 95, 136; monogr.]
II-5
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
floes (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21536 |
ponder |
trekwaag:
door lompenhandelaars oorspronkelijk gebruikt, thans ook al bij andere mensen
trekwoach (Q033p Oirsbeek)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
19474 |
pook |
stovenijzer:
štōvənīzər (Q033p Oirsbeek)
|
pook [SGV (1914)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pǭrt (Q033p Oirsbeek)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
zaadaardappelen:
zǭd[aardappelen] (Q033p Oirsbeek),
zaadgoed:
zǭt˲gut (Q033p Oirsbeek)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
17953 |
pootjebaden |
blootvoets door poeltjes water lopen:
bloetsvoots doer peulkes water loepe (Q033p Oirsbeek),
pootjebaden:
peuutje baaje (Q033p Oirsbeek)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede waterblaas:
twēdǝ wātǝrblǭs (Q033p Oirsbeek)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
wijfje:
wiefke (Q033p Oirsbeek)
|
vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|