e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pruimtabak sjiek: šik (Oirsbeek  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Tabak die geschikt is om gepruimd te worden. De mijnwerker gebruikte pruimtabak ondergronds ter vervanging van de sigaret. Volgens Dieteren 1984 (pag. 60) stopten de mijnwerkers in het begin van de Limburgse mijnbouw pruimtabak achter hun kiezen als bescherming tegen het gevaarlijke stof. [N 95, 965] II-5
pruis pruis: Pruus (Oirsbeek) Pruis [SGV (1914)] III-3-1
pruisen pruisen: Pruuse (Oirsbeek) Pruisen (land) [SGV (1914)] III-3-1
prutsen broddelen: broddelə (Oirsbeek, ... ), frunniken: frunnikə (Oirsbeek), frutselen: frutselə (Oirsbeek), hannesen: hannesə (Oirsbeek), prutsen: prutsə (Oirsbeek, ... ), troddelen: troddelə (Oirsbeek) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] || ondegelijk of onvoldoende werk verrichten of ondegelijk aan iets werken [prutsen, fanneken, vrellen, prutten, dooieren, merelen, kloten, klooien, teutelen, zeuren, soeliën, hannesen, treuzelen, teuten, semmelen] [N 85 (1981)] || slecht, slordig werk leveren door onvoldoende kennis [broddelen, brodden, modderen, troddelen, figgelen, knoefelen, foefelen, krabben, fikkelen] [N 85 (1981)] III-1-4
prutser klaas: klaos (Oirsbeek), sukkelaar: sukkelêêr (Oirsbeek) iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] || sukkelaar [SGV (1914)] III-1-4
prutswerk knoeiwerk: knooi-werk (Oirsbeek), prulwerk: prölwerk (Oirsbeek), prutswerk: prutswerk (Oirsbeek, ... ) slecht, slordig werk leveren door onvoldoende kennis [broddelen, brodden, modderen, troddelen, figgelen, knoefelen, foefelen, krabben, fikkelen] [N 85 (1981)] || slordig, slecht werk [geprös, kloterij, gekwansel, troddel] [N 85 (1981)] || werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)] III-1-4
pruttelen rochelen: rogele (Oirsbeek) Hoe noemt U: Snurkende geluiden maken, gezegd van een pijp (smierken, lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
pseudovogelpest vogelpest: vogelpest (Oirsbeek) Pseudovogelpest, New-Castle ziekte is een virusziekte. Ademnood en zenuwstoornissen zijn de voornaamste kenmerken, ook verdwijnt de leg plotseling bijna helemaal. [N 19, 64] I-12
puber aankomeling: aankummeling (Oirsbeek) puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)] III-2-2
pudding pudding: puddin (Oirsbeek) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3