18928 |
vervelend werk |
friemelwerk:
friemelwerk (Q033p Oirsbeek)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18820 |
verveling |
verveling:
verveeling (Q033p Oirsbeek)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kaertje (Q033p Oirsbeek),
kèèrtjə (Q033p Oirsbeek)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19270 |
verwaarlozen |
niet tellen:
neet téllə (Q033p Oirsbeek)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18815 |
verwachting |
verwachting:
verwachting (Q033p Oirsbeek)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20171 |
verwantschap |
familie:
femili (Q033p Oirsbeek)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24497 |
verwelken |
verwelken:
WLD
verwelkə (Q033p Oirsbeek)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakt:
ideosyncr.
verslakt (Q033p Oirsbeek),
WLD
versjlakt (Q033p Oirsbeek),
verwelkt:
ideosyncr.
verwelkt (Q033p Oirsbeek)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] || Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verwunsjə (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
verzoeken:
verzeuke (Q033p Oirsbeek),
vraag:
⁄n vraog (Q033p Oirsbeek)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|