e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brengen brengen: bringe (Oirsbeek) brengen [SGV (1914)] III-1-2
bretel help: helpe (Oirsbeek, ... ) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: brök (Oirsbeek) breuk [SGV (1914)] III-1-2
breukhengst slecht gesneden: šlɛxt gǝšnēi̯ǝ (Oirsbeek) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
breuklijn breuklijn: brøǝklęjn (Oirsbeek  [(Emma)]   [Laura, Julia]) De lijn waarlangs het dakgesteente moet afbreken, wanneer de ondersteuningen geroofd worden. [N 95, 579; monogr.] II-5
breukpijler breukpijler: brøǝkpęjlǝr (Oirsbeek  [(Emma)]   [Emma]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545] II-5
brevier brevier (<lat.): breveer (Oirsbeek) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Oirsbeek), breef (Oirsbeek) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaart (Oirsbeek, ... ) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
brik jachtwagen: jaxwāgǝ (Oirsbeek) Vierwielig hoog rijtuig waar men van achteren in gaat en waarin de banken tegen de zijwanden van de bak geplaatst zijn. De koetsier heeft een aparte bok. Dit type rijtuig werd vaak door deftige heren gebruikt om op jacht te gaan. [N 17, 5; N 101, 11; N G, 51; monogr] I-13