19730 |
bed |
bed:
be̝ͅt (K315p Oostham)
|
bed [RND]
III-2-1
|
19487 |
beddenbak, ressortbak |
beddenbak:
bɛdəbak (K315p Oostham)
|
Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
19754 |
beddenlaken |
laken:
lōͅʔən (K315p Oostham)
|
Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
23197 |
bedevaart |
bedevaart:
ō bēvət (K315p Oostham)
|
Een bedevaart. [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedinən (K315p Oostham),
gerieven:
iemand gerieven (K315p Oostham)
|
Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)]
III-3-1, III-3-3
|
34540 |
bedorven ei |
bedorven eieren:
bǝdørvǝn ārǝn (K315p Oostham),
rotte eieren:
rǫtǝ ārǝn (K315p Oostham)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a
bedriegen (K315p Oostham),
bōdrīgən (K315p Oostham)
|
bedriegen [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
33344 |
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis |
stallen:
stalǝn (K315p Oostham)
|
Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.]
I-6
|
18825 |
bedroefd |
triestig:
ook materiaal znd 23,33
triestig (K315p Oostham),
tristig (K315p Oostham)
|
droef [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19471 |
bedsprei |
sprei:
sprāi̯ (K315p Oostham),
sprɛ̞̄i̯ (K315p Oostham)
|
bedsprei [RND] || Een bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|