e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuchen kuchelen: kuchələ (Oostham), zachtjes hoesten: zachskes husten (Oostham), zachtjes kuchen: zachskes kuchen (Oostham) zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)] III-1-2
kudde schapen kooi: kūi̯ (Oostham) [JG 1a, 1b, 2c; L 6, 25b; A 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
kuiken kieken: kikǝn (Oostham), kiǝn (Oostham), kiekje: kikskǝn (Oostham) Jong van een kip. [A 6, 1d; Wi 4; RND 1; L 6, 20a; L 42, 32; JG 1a, 1b, 2c; S 14; Gwn 5, 15; Vld.; monogr.] I-12
kuil kot: kot (Oostham), kǫt (Oostham), kuil: kuil (Oostham) Een kuil, gat in de grond. [L 29, 12a; L 1a-m; monogr.] I-8
kuiltje (in de kin / wangen) kot: kot in de kin (Oostham), putje: pøtəkə (Oostham) een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)] III-1-1
kuiper kuiper: kø̜̄pǝr (Oostham), kø̜jpǝr (Oostham) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuit brade: brao-i (Oostham) kuit (van het been) [ZND 01u (1924)] III-1-1
kunstenaar kunstenaar: ne kunstenēēr (Oostham) Kunstenaar. [Willems (1885)] III-3-2
kunstmest chimique: sǝmek (Oostham) Onder kunstmest worden meststoffen verstaan, die - anders dan stalmest, compost, groenmest, gier e.d. - geen organische stoffen bevatten, maar kunstmatig, langs chemische weg bereid zijn. Van de opgesomde woordtypen lijken de meervoudsvormen de veelheid van kunstmestsoorten tot uitdrukking te brengen. Of en waar de woordtypen vette(n) en vreemde vette(n) als enkelvouds- dan wel als meervoudsvormen moeten worden opgevat, kon uit het materiaal niet worden opgemaakt. Met de typen gemengelde stoffen en alle mest ondereen wordt wellicht de zgn. mengmest of samengestelde kunstmest bedoeld, waarin zowel N (stikstof), als P (fosfor) en K (kali) voorkomen. Voorzover met een kunstmestterm uit deze opsomming een bepaalde soort kunstmest wordt (werd) aangeduid, is daarvan achter het nummer van de betreffende plaats melding gemaakt. Voor het (...)-gedeelte van de varianten hieronder zie men het lemma (stal)mest. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2b - 4, 8; JG 2c; N 11, 23 + 24; N 11A, 61; N P, 9 + 10] I-1
kussensloop kussentreksel: kysəntreͅksəl (Oostham, ... ) de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)] III-2-1