e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heukelingen spreiden breken: [breken] (Oostham) Het uiteengooien van de kleinste soort hoopjes, zodat ze verder kunnen drogen. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: heukelingen. ø...ŋ wijst op identieke antwoorden als in het lemma ''zwaden spreiden''.' [N 14, 105; JG 1a, 1b; A 34, 1; monogr.] I-3
heup heup: h"p (Oostham), heup (Oostham) de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)] III-1-1
heupjicht flerecijn: fleuresijn (Oostham) flerecijn (heupjicht; Fr. sciatique) [ZND 01u (1924)] III-1-2
heuvel bergje: bɛrxskǝ (Oostham) Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22] I-8
heuvel, kleine hoogte bergje: ə bergske (Oostham), hoogte: d⁄as en hö.gtè (Oostham), wa ⁄n huəgte (Oostham) heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)] III-4-4
hiel vessem: vessem (Oostham, ... ), veͅsəm (Oostham) hiel (van den voet) [ZND 01u (1924)] || hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: hij aait nao ze vodder (Oostham), hij heeft de aard naar zijn vader: héé heed dén aoəd nao zö vaodör (Oostham) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
hijgen hijgen: ze hygen (Oostham), steunen: stø̄nǝ (Oostham) [JG 1a, 1b]zij hijgen (naar adem) [ZND 01u (1924)] I-11, III-1-2
hijgen naar adem, reutelen snakken naar asem: snakt naar asem (Oostham) Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)] III-2-2
hinkelblokje hinksteen: hinksteen (Oostham) Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)] III-3-2