31697 |
aaks |
aaks:
áks (L216a Oostrum),
bijl:
bil (L216a Oostrum)
|
Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.]
II-12
|
33480 |
aalbes, struik |
miemerenstruik:
miemerestroek (L216a Oostrum)
|
bessenstruik
I-7
|
31252 |
aambeeld |
aanbeeld:
ambelt (L216a Oostrum)
|
Een gietijzeren of stalen blok waarop de smid het smeedwerk uitvoert. Aan één of twee zijden van het aambeeld kan een hoorn zijn bevestigd, een puntig uitsteeksel waarop ijzer kan worden gebogen. De vlakke bovenzijde van het aambeeld, de baan, wordt gebruikt voor het smeedwerk. In de baan zijn soms één of meer gaten aangebracht waarin gereedschap zoals de schroodbeitel en de tas kunnen worden geplaatst. Vgl. ook afb. 15. De invuller uit Q 121 kende drie soorten aambeelden: 1. het aambeeld met twee ronde hoorns; 2. het aambeeld met één ronde en één vierkante hoorn; 3. het aambeeld met één hoorn en een stuikblok. Ook andere respondenten vermeldden deze drie aambeelden. Vgl. ook afb. 14. In L 382 kende men ook nog een aambeeld dat speciaal gebruikt werd bij het aanbrengen van de kap op vijlbladen. Het bovenvlak van dit aambeeld was van zacht roodkoper vervaardigd. Zie ook het lemma "vijlkap". [N 33, 40; N 33, 49; N 33, 50; S 1; R 14, 8b; L 1a-m; L 1u, 2; L 17, 9; L B1, 201; N 64, 32a-b; N 66, 13a-b; monogr.]
II-11
|
31255 |
aambeeldhoorn |
hoorn:
hōrn (L216a Oostrum)
|
Het puntige uitsteeksel of elk van de twee puntige uitsteeksels van een aambeeld, waarover ijzer rond kan worden gebogen. De hoorn kan in doorsnede zowel kegelvormig als vierkant uitgevoerd zijn. Er bestaan ook aambeelden die van beide uitvoeringen zijn voorzien. [N 33, 42; N 64, 32f; N 66, 13f]
II-11
|
20794 |
aanbranden |
aanbranden:
van bijvoorbeeld vlees
ánbrânde (L216a Oostrum)
|
aanbranden
III-2-3
|
20350 |
aangetrouwd |
aangetrouwd:
ángetrowd (L216a Oostrum)
|
aangetrouwd; door trouwen aan familie (etc.) verwant
III-2-2
|
19975 |
aanhitsen |
aanhissen:
ánhisse (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum),
hissen:
hisse (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum)
|
ophitsen ve hond
III-2-1
|
19672 |
aanrecht |
aanrecht:
ennen ánrecht bestöt uut \'n ánrechtblad, ennen ánrechtstieën en ennen ánrechtkâst
ánraech(t) (L216a Oostrum)
|
aanrecht
III-2-1
|
18887 |
aanstaan |
bevallen:
bevalle (L216a Oostrum)
|
bevallen, naar de zin zijn
III-1-4
|
34148 |
aanstieren |
aanstieren:
ánstīrǝ (L216a Oostrum)
|
Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.]
I-11
|