e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
room romen: rūmǝ (Oostrum), room: De roeëm is r áf: het grootste voordeel/ beste deel is weg De roeëm is van de melk: de tijd van goede inkomsten is voorbij  roeëm (Oostrum), zaan: saan (Oostrum) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room I-11, III-2-3
roos (rosa) roos: roeës (Oostrum), rozenstruik: roeëzestroek (Oostrum), stamroos: stámroeës (Oostrum) roos || roos, soort, stamroos || rozestruik III-2-1
roosteren roosteren: rø͂ͅstərə (Oostrum) roosteren III-2-3
rot, van fruit kaafrot: kaafrot (Oostrum) rot, helemaal — I-7
rouwband rouwband: rowbând (Oostrum) rouwband; smalle, zwarte band om de linkerarm III-2-2
rouwbrief doodsbrief: dódsbriēf (Oostrum), rouwbrief: rowbriēf (Oostrum) rouwbrief || rouwbrief, overlijdensbericht, rouwkaart III-2-2
rouwdragen rouwdragen: voor nauwe bloedverwanten in de eerste graad (vader, moeder, man, vrouw, kinderen, broers, zusters) één jaar en zes weken. Voor de minder nauwe (ooms en tantes, grootvader, grootmoeder) zes weken  rowdrage (Oostrum) rouwdragen, rouwen III-2-2
rouwkleding rouwgerei: rowgrej (Oostrum), rouwkleed: rowklieëd (Oostrum) rouwkleding || rouwkleed III-2-2
rouwpoffer/rouwmuts rouwmuts: 1. witte batisten muts, zonder kant, gedragen bij zware rouw (een jaar en 6 weken 2. witte tulen muts zonder kant, gedragen bij rouw in tweede graad of meer  rowmuts (Oostrum), rouwtoer: cf. VD fr. s.v. "atour"(tooi, opschik "boerendracht; half maanvormig hoofddeksel, samengesteld bij: 1. zware rouw: geheel van zwarte crêpe; 2. bij minder zware rouw: zwarte zijden linten en zwarte bloemen  rowtoēr (Oostrum) hoofddeksel voor rouw (zie toel.) || rouwmuts (zie toel.) III-2-2
rouwsluier falie: grote, zwarte doek, doe over het hoofd en het lichaam gedragen werd en ongeveer tot de grond reikte  falie (Oostrum), fállie (Oostrum), rouwdoek: grote, zwarte doek, doe over het hoofd en het lichaam gedragen werd en ongeveer tot de grond reikte  rowdoēk (Oostrum) rouwdoek III-2-2