e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schede van de koe vazel: vazǝl (Oostrum) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheen scheen: schên (Oostrum) scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
scheluw winds: wins (Oostrum) Gezegd van een plank of duig die scheef is doordat deze gekliefd is uit gedraaid hout. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N E, 3; monogr.] II-12
schemeren schemeren: schiemere (Oostrum), Opm. dit is oud Venrays!  schieëmere (Oostrum) schemeren III-4-4
schemering, valavond avondschemer: aovendschiemer (Oostrum), halfduister: halfduuster (Oostrum), schemer: schiemer (Oostrum), Opm. dit is oud Venrays!  schieëmer (Oostrum), schemeravond: schiemeraovend (Oostrum), schemerduister: schiemerduuster (Oostrum) avondschemering, valavond || schemer, halfduister || schemeravond III-4-4
schenkel schenkel: schaenkel (Oostrum) schenkel III-2-3
schenkkan karaf: keráf (Oostrum) karaf III-2-1
scherp zetten scherp zetten: sxɛ̄rǝp ˲ze̜tǝ (Oostrum) Een paard van winterbeslag voorzien. Onder het hoefijzer worden dan al dan niet verwisselbare kalkoenen aangebracht en onder de voorzijde wordt een metalen plaatje bevestigd, de stoot. Zie ook de lemmata ɛijsnagelsɛ, ɛstootɛ enɛkalkoenen, krammenɛ.' [JG 1a; JG 1b; N 100, 17, add.; monogr.] II-11
schietlood richtlood: rex(t)luǝt (Oostrum), schietlood: sxitluǝt (Oostrum) Een met een loden gewichtje verzwaarde draad, waarmee men de loodrechte stand van een werkstuk bepaalt. Zie ook afb. 111 en het lemma ɛschietloodɛ in Wld II.9, pag. 57 en Wld II.11, pag. 63.' [N 50, 23b; N 53, 194; monogr.] II-12
schil van een vrucht perenschaal: paereschaal (Oostrum), schil: schel (Oostrum) perenschil || schil I-7